Het anticiperend handhaven van de NNHS-regels op Schiphol door minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD, luchtvaart) is juridisch niet houdbaar, zeker nu er nog steeds geen zicht is op legalisatie van die regels. Het anticiperend handhaven moet stoppen.
Dit zeggen prof. mr dr Herman Bröring van de Rijksuniversiteit Groningen en prof. dr Richard Neerhof van de Vrije Universiteit in Amsterdam vandaag in een presentatie aan de Tweede Kamer. Beide zijn hoogleraar in het bestuursrecht.
Zij hekelen de werkwijze van de minister in het dossier luchtvaart. Zij zijn van mening dat de rechtspositie van burgers wordt ondermijnd door het anticiperend handhaven (lees: niet handhaven) van het nieuwe NNHS (Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel Schiphol) dat nog niet is vastgelegd in de wet, terwijl zij de bestaande (oude) wetgeving compleet negeert.
‘Juridisch niet mogelijk’
“Anticiperend handhaven dat gepaard gaat met gedogen van overtredingen van de bestaande wetgeving is juridisch gezien niet mogelijk”, vertellen zij de Tweede Kamer. De hoogleraren geven wel aan dat een rechter eventueel kan beslissen zo’n situatie tijdelijk toe te staan, maar dat kan alleen als er zicht is op legalisatie op redelijke termijn. Op dit moment laat de minister de onwettige situatie al jarenlang voortbestaan.
“De minister moet nu het NNHS is vastgesteld de regels op korte termijn in werking stellen. Lukt dat niet, dan moet zij weer gaan handhaven op de bestaande wetgeving.”
Omdat er nog helemaal geen zicht is op legalisering van NNHS, kleurt de minister buiten de lijntjes.
Bewoners onevenredig benadeeld
De professoren achten het onaanvaardbaar dat de minister de huidige wetgeving buitenspel heeft gezet, terwijl er nog geen zicht is op nieuwe regels. Bewoners worden hierdoor onevenredig benadeeld. “Het is de regering die de regels op orde moet brengen, ook als de minister vindt dat de bestaande regels disproportioneel zijn. Het huidige beleid is onrechtmatig.”
Zij doelen hiermee op het feit dat de minister de groei van Schiphol naar meer dan 500.000 vliegbewegingen per jaar niet had kunnen faciliteren onder de oude regels. Eerder gaf Van Nieuwenhuizen in een brief aan de Kamer al aan dat dit ook niet gaat bij handhaving van de nieuwe regels. Een echte catch-22 dus.
De twee achten de kans dan ook groot dat bewoners aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding via de simpele en goedkope gang naar de bestuursrechter.
Niet op te lossen met wat onderhandse afspraken
De topjuristen vinden dan ook dat Van Nieuwenhuizen moet overgaan tot het handhaven van de bestaande (oude) wetgeving zolang zij de regels nog niet heeft weten vast te leggen. “Wil zij het NNHS hanteren, dan vereist dat het in werking stellen van het nieuwe Luchtvaartbesluit-1. Zij mag dat niet proberen op te lossen met een paar privaatrechtelijke afspraken met sectorpartijen.”
Volgens Bröring en Neerhof bestaat er voor de minister geen andere mogelijkheid om de NNHS-regels vast te leggen dan het in werking stellen van het nieuwe luchtvaartbesluit. Dat is bovendien zeer urgent, want verlenging van de huidige ‘experimenteerregeling’ is niet meer mogelijk, zo lezen zij in artikel 8.23a van de Wet luchtvaart.
M. Versteeg
wat betekent dit in de praktijk ? Wat moet de burger doen voor de vergoeding ?